Speaker:

Laten we gaan wandelen in het bos.

Speaker:

Lass uns einen Spaziergang im Wald machen.

Speaker:

Ik hou van wandelen in het bos.

Speaker:

Ich liebe es, im Wald spazieren zu gehen.

Speaker:

De lucht ruikt fris en verkwikkend.

Speaker:

Die Luft riecht frisch und belebend.

Speaker:

Het zachte geritsel van de bladeren is rustgevend.

Speaker:

Das sanfte Rascheln der Blätter wirkt beruhigend.

Speaker:

De koele bries voelt verfrissend aan.

Speaker:

Die kühle Brise fühlt sich erfrischend an.

Speaker:

De geur van dennennaalden is rijk en aards.

Speaker:

Der Duft von Kiefernnadeln ist reichhaltig und erdig.

Speaker:

Deze torenhoge bomen zijn majestueus.

Speaker:

Diese hoch aufragenden Bäume sind majestätisch.

Speaker:

Ik ben gefascineerd door de diversiteit aan planten hier.

Speaker:

Ich bin fasziniert von der Vielfalt der Pflanzen hier.

Speaker:

De kleuren van de bloemen zijn levendig en vrolijk.

Speaker:

Die Farben der Blumen sind lebendig und fröhlich.

Speaker:

Ik voel mij hier verbonden met de natuur.

Speaker:

Ich fühle mich hier mit der Natur verbunden.

Speaker:

Deze met mos bedekte rotsen zijn vol van karakter.

Speaker:

Diese moosbedeckten Felsen sind voller Charakter.

Speaker:

Is het zachte geritsel van de bladeren niet rustgevend?

Speaker:

Ist das sanfte Rascheln der Blätter nicht beruhigend?

Speaker:

Het pad dat door het bos slingert, is een avontuur.

Speaker:

Der Weg durch den Wald ist ein Abenteuer.

Speaker:

De warme zonnestralen die door de bomen filteren, voelen aangenaam aan.

Speaker:

Die warmen Sonnenstrahlen, die durch die Bäume dringen, sind angenehm.

Speaker:

Dit bos bruist van het leven.

Speaker:

In diesem Wald wimmelt es nur so von Leben.

Speaker:

Het getjilp van vogels is een prachtige melodie.

Speaker:

Das Zwitschern der Vögel ist eine wunderschöne Melodie.

Speaker:

Het kijken naar de eenden op het meer is rustgevend.

Speaker:

Den Enten auf dem See zuzusehen ist beruhigend.

Speaker:

De patronen op deze vlinder zijn ingewikkeld en mooi.

Speaker:

Die Muster auf diesem Schmetterling sind kompliziert und wunderschön.

Speaker:

Is het niet heerlijk om deze eekhoorns te zien rondrennen?

Speaker:

Ist es nicht herrlich, diesen Eichhörnchen beim Herumtollen zuzusehen?

Speaker:

Het geluid van de kabbelende beek werkt therapeutisch.

Speaker:

Das Rauschen des plätschernden Baches ist therapeutisch.

Speaker:

Het panorama vanaf deze heuveltop is adembenemend.

Speaker:

Das Panorama von diesem Hügel ist atemberaubend.

Speaker:

We zijn bijna bij het meer.

Speaker:

Wir sind fast am See.

Speaker:

Dit rustige meer weerspiegelt de schoonheid eromheen.

Speaker:

Dieser ruhige See spiegelt die Schönheit seiner Umgebung wider.

Speaker:

Het zonlicht dat op het water glinstert, is adembenemend.

Speaker:

Das auf dem Wasser schimmernde Sonnenlicht ist atemberaubend.

Speaker:

Ik zou hier voor altijd kunnen blijven.

Speaker:

Ich könnte für immer hier bleiben.

Speaker:

Laten we teruggaan voordat de avond valt.

Speaker:

Machen wir uns vor Einbruch der Dunkelheit auf den Rückweg.

Speaker:

Veel wandelplezier!