Speaker:

Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.

Speaker:

Laten we met de trein gaan.

Speaker:

Vamos en tren.

Speaker:

Is er een plattegrond van het treinstation beschikbaar?

Speaker:

¿Hay un mapa de la estación de tren disponible?

Speaker:

Waar kan ik het lesrooster/rooster vinden?

Speaker:

¿Dónde puedo encontrar el horario/calendario?

Speaker:

Hoe lang duurt de reis naar Madrid?

Speaker:

¿Cuánto dura el viaje a Madrid?

Speaker:

Hoe laat vertrekt de volgende trein naar Madrid?

Speaker:

¿A qué hora sale el próximo tren a Madrid?

Speaker:

Hoe vaak rijden de treinen naar Madrid?

Speaker:

¿Con qué frecuencia salen los trenes a Madrid?

Speaker:

Treinen vertrekken elk uur.

Speaker:

Los trenes salen cada hora.

Speaker:

Waar koop ik een kaartje?

Speaker:

¿Dónde puedo comprar un billete?

Speaker:

Hoeveel kost een ticket naar Madrid?

Speaker:

¿Cuánto cuesta un billete a Madrid?

Speaker:

Is er korting voor studenten?

Speaker:

¿Hay descuento para estudiantes?

Speaker:

Is er een toilet in de trein?

Speaker:

¿Hay un baño en el tren?

Speaker:

Is er wifi in de trein?

Speaker:

¿Hay wifi en el tren?

Speaker:

Is er foodservice in de trein?

Speaker:

¿Hay servicio de comida en el tren?

Speaker:

Kan ik een retourticket kopen?

Speaker:

¿Puedo comprar un billete de ida y vuelta?

Speaker:

Kan ik mijn ticket wijzigen naar een andere dag?

Speaker:

¿Puedo cambiar mi entrada para otro día?

Speaker:

Kan ik mijn bagage bij mij houden?

Speaker:

¿Puedo llevar mi equipaje conmigo?

Speaker:

Ik wil graag één kaartje naar Madrid, alstublieft.

Speaker:

Quisiera un billete a Madrid, por favor.

Speaker:

Waar vind ik de trein naar Madrid?

Speaker:

¿Dónde encuentro el tren a Madrid?

Speaker:

Is dit de juiste trein naar Madrid?

Speaker:

¿Es este el tren adecuado para Madrid?

Speaker:

Kunt u mij helpen mijn stoel te vinden?

Speaker:

¿Puedes ayudarme a encontrar mi asiento?

Speaker:

Zijn er tussenstops of transfers op weg naar Madrid?

Speaker:

¿Hay paradas o transbordos de camino a Madrid?

Speaker:

Kunt u mij vertellen wanneer we in Madrid aankomen?

Speaker:

¿Me avisarías cuando lleguemos a Madrid?

Speaker:

Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Fijne reizen.