Speaker:

Vamos!

Speaker:

Que tipo de música você gosta de ouvir?

Speaker:

Naar wat voor soort muziek luister je graag?

Speaker:

Prefiro rock, pop e música eletrônica.

Speaker:

Ik geef de voorkeur aan rock, pop en elektronische dansmuziek.

Speaker:

Você gosta de bandas de rock americanas?

Speaker:

Houd je van Amerikaanse rockbands?

Speaker:

Quem você acha que é a maior banda de rock de todos os tempos?

Speaker:

Wie is volgens jou de beste rockband aller tijden?

Speaker:

Quem é sua cantora pop favorita?

Speaker:

Wie is je favoriete vrouwelijke popzangeres?

Speaker:

E quanto ao seu cantor pop favorito?

Speaker:

Hoe zit het met je favoriete mannelijke popzanger?

Speaker:

O que você mais gosta nesse tipo de música?

Speaker:

Wat vind je het leukst aan dit soort muziek?

Speaker:

Você já ouviu falar desse artista?

Speaker:

Heb jij ooit van deze artiest gehoord?

Speaker:

Qual foi sua música favorita enquanto crescia?

Speaker:

Wat was je favoriete muziek toen je opgroeide?

Speaker:

Você toca algum instrumento?

Speaker:

Speel je een instrument?

Speaker:

Qual é o instrumento que você mais gostaria de aprender?

Speaker:

Wat is het instrument dat je het liefst zou willen leren?

Speaker:

Você gosta de dançar ou cantar?

Speaker:

Hou je van dansen of zingen?

Speaker:

Estou sempre cantando no chuveiro!

Speaker:

Ik ben altijd aan het zingen onder de douche!

Speaker:

Eu gosto de fazer karaokê, e você?

Speaker:

Ik hou van karaoke, jij ook?

Speaker:

Gosto de dançar quando estou sozinha no meu apartamento.

Speaker:

Ik dans graag als ik alleen ben in mijn appartement.

Speaker:

Preocupo-me que meus vizinhos possam me ouvir.

Speaker:

Ik ben bang dat mijn buren mij kunnen horen.

Speaker:

Você quer ir ao clube de dança comigo?

Speaker:

Wil je met mij naar de dansclub?

Speaker:

Podemos dançar juntos.

Speaker:

Wij kunnen samen dansen.

Speaker:

Eu vou te mostrar como!

Speaker:

Ik zal je laten zien hoe!