Speaker:

Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.

Speaker:

Ik ben verdwaald.

Speaker:

Mi sono perso.

Speaker:

Welke straat is dit?

Speaker:

Che strada è questa?

Speaker:

Welke buurt is dit?

Speaker:

Che quartiere è questo?

Speaker:

Hoe ver is Rome hiervandaan?

Speaker:

Quanto è distante Roma da qui?

Speaker:

Hoe kom ik in Rome?

Speaker:

Come posso arrivare a Roma?

Speaker:

Kan ik er met de bus komen?

Speaker:

Posso arrivarci in autobus?

Speaker:

Kun je een goed hostel aanbevelen?

Speaker:

Puoi consigliare un buon ostello?

Speaker:

Kun je een goed koffiehuis aanbevelen?

Speaker:

Mi consigliate una buona caffetteria?

Speaker:

Kunt u een goed strand aanbevelen?

Speaker:

Mi consigliate una buona spiaggia?

Speaker:

Zijn er hier in de buurt musea?

Speaker:

Ci sono musei qui intorno?

Speaker:

Wat is je favoriete plek om hier rond te hangen?

Speaker:

Qual è il tuo posto preferito in cui uscire qui?

Speaker:

Kun je me op de kaart laten zien?

Speaker:

Me lo può mostrare sulla mappa?

Speaker:

Waar kan ik een geldautomaat vinden?

Speaker:

Dove posso trovare un bancomat?

Speaker:

Waar is de dichtstbijzijnde supermarkt?

Speaker:

Dove si trova il supermercato più vicino?

Speaker:

Waar is het dichtstbijzijnde ziekenhuis?

Speaker:

Dov'è l'ospedale più vicino?

Speaker:

Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Veel plezier met verkennen.