Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.
Speaker:Ik heb een vraag.
Speaker:Ho una domanda.
Speaker:Heb je een ogenblik?
Speaker:Hai un momento?
Speaker:Hoe noem je dit?
Speaker:Come lo chiami questo?
Speaker:Ik weet niet hoe ik het moet zeggen.
Speaker:Non so come dirlo.
Speaker:Ik weet niet hoe het heet.
Speaker:Non so come si chiama.
Speaker:Ik waardeer je geduld.
Speaker:Apprezzo la tua pazienza.
Speaker:Bedankt voor de hulp!
Speaker:Grazie per l'aiuto!
Speaker:Ik ben hier voor zaken.
Speaker:Sono qui per affari.
Speaker:Ik ben hier op vakantie.
Speaker:Sono qui in vacanza.
Speaker:Ik reis voor de lol.
Speaker:Sto viaggiando per divertimento.
Speaker:Ik ben hier met mijn vriend.
Speaker:Sono qui con il mio amico.
Speaker:Ik ben hier met mijn partner.
Speaker:Sono qui con il mio compagno.
Speaker:Ik ben hier alleen.
Speaker:Sono qui da solo.
Speaker:Ik zoek hier werk.
Speaker:Sto cercando lavoro qui.
Speaker:Hoe kan ik u van dienst zijn?
Speaker:Come posso essere utile?
Speaker:Kun je een goed boek over Italiƫ aanbevelen?
Speaker:Mi consigliate un buon libro sull'Italia?
Speaker:Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Gelukkige interacties.