Speaker: 00:00:00

Laten we gaan!

Speaker: 00:00:02

Ik ben bang dat ik nu moet gaan!

Speaker: 00:00:04

¡Me temo que debo irme ahora!

Speaker: 00:00:12

Ik ga naar buiten.

Speaker: 00:00:14

Estoy de salir.

Speaker: 00:00:18

Het is tijd dat ik ga!

Speaker: 00:00:21

¡Es hora de que me vaya!

Speaker: 00:00:27

Ik zet mijn reizen voort.

Speaker: 00:00:30

Sigo mis viajes.

Speaker: 00:00:35

Ik vertrek binnenkort naar Madrid.

Speaker: 00:00:38

Me voy pronto a Madrid.

Speaker: 00:00:44

Ik ga naar het busstation.

Speaker: 00:00:47

Me dirijo a la estación de autobuses.

Speaker: 00:00:55

Mijn vlucht vertrekt over 2 uur.

Speaker: 00:00:58

Mi vuelo sale en 2 horas.

Speaker: 00:01:05

Ik wilde afscheid nemen.

Speaker: 00:01:08

Quería decir adiós.

Speaker: 00:01:13

Het was een plezier.

Speaker: 00:01:16

Fue un placer.

Speaker: 00:01:20

Heel erg bedankt voor alles.

Speaker: 00:01:23

Muchas gracias por todo.

Speaker: 00:01:30

Het was geweldig je te ontmoeten.

Speaker: 00:01:33

Fue maravilloso conocerte.

Speaker: 00:01:40

Waar ga je heen?

Speaker: 00:01:42

¿Hacia dónde te diriges ahora?

Speaker: 00:01:50

Heb een veilige reis.

Speaker: 00:01:52

Ten un viaje seguro.

Speaker: 00:01:58

Veilige reizen!

Speaker: 00:02:00

¡Viajes seguros!

Speaker: 00:02:06

Fijne reizen!

Speaker: 00:02:08

¡Viajes felices!

Speaker: 00:02:13

Ik ben zo blij dat onze paden elkaar kruisten.

Speaker: 00:02:17

Me alegra mucho que nuestros caminos se cruzaran.