Speaker: 00:00:00

Ouça cada frase e repita em voz alta.

Speaker: 00:00:03

Como está o tempo hoje?

Speaker: 00:00:06

Hoe is het weer vandaag?

Speaker: 00:00:12

O sol está brilhando e o céu está claro.

Speaker: 00:00:15

De zon schijnt en de lucht is helder.

Speaker: 00:00:23

É um lindo dia com céu azul e uma brisa suave.

Speaker: 00:00:27

Het is een prachtige dag met een blauwe lucht en een zacht briesje.

Speaker: 00:00:38

As nuvens estão se formando e parece que vai chover em breve.

Speaker: 00:00:43

De wolken pakken zich samen en het lijkt erop dat het binnenkort gaat regenen.

Speaker: 00:00:54

É um dia frio e o vento sopra forte.

Speaker: 00:00:58

Het is een koude dag en het waait krachtig.

Speaker: 00:01:05

O tempo está nublado e a visibilidade é bastante baixa.

Speaker: 00:01:10

Het weer is mistig en het zicht is vrij laag.

Speaker: 00:01:18

Há temporais esparsos na região.

Speaker: 00:01:21

Er zijn verspreide onweersbuien in het gebied.

Speaker: 00:01:29

esteja preparado para fortes chuvas e relâmpagos.

Speaker: 00:01:33

wees voorbereid op zware regen en bliksem.

Speaker: 00:01:41

Está chovendo.

Speaker: 00:01:43

Het regent.

Speaker: 00:01:46

Vamos esperar até que a chuva pare antes de sair.

Speaker: 00:01:50

Laten we wachten tot de regen stopt voordat we naar buiten gaan.

Speaker: 00:02:01

Está ficando mais frio e pode nevar esta noite.

Speaker: 00:02:05

Het wordt kouder en vannacht kan het gaan sneeuwen.

Speaker: 00:02:13

Há uma grande tempestade chegando.

Speaker: 00:02:16

Er is een enorme storm op komst.

Speaker: 00:02:23

Há uma tempestade de neve lá fora!

Speaker: 00:02:26

Er is daar een sneeuwstorm!

Speaker: 00:02:32

Vamos ficar dentro de casa e abraçar.

Speaker: 00:02:36

Laten we binnen blijven en knuffelen.

Speaker: 00:02:43

Como está o tempo amanhã?

Speaker: 00:02:46

Hoe is het weer morgen?

Speaker: 00:02:52

Ótimo! Lembre-se de ouvir esse episódio diversas vezes para melhorar a retenção!