Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.
Speaker:Ik heb een vraag.
Speaker:Tengo una pregunta.
Speaker:Heb je een ogenblik?
Speaker:¿Tienes un momento?
Speaker:Hoe noem je dit?
Speaker:¿Cómo le llamas a esto?
Speaker:Ik weet niet hoe ik het moet zeggen.
Speaker:No sé cómo decirlo.
Speaker:Ik weet niet hoe het heet.
Speaker:no se como se llama
Speaker:Ik waardeer je geduld.
Speaker:Aprecio tu paciencia.
Speaker:Bedankt voor de hulp!
Speaker:¡Gracias por la ayuda!
Speaker:Ik ben hier voor zaken.
Speaker:Estoy aquí por negocios.
Speaker:Ik ben hier op vakantie.
Speaker:Estoy aquí de vacaciones.
Speaker:Ik reis voor de lol.
Speaker:Estoy viajando por diversión.
Speaker:Ik ben hier met mijn vriend.
Speaker:Estoy aquí con mi amigo.
Speaker:Ik ben hier met mijn partner.
Speaker:Estoy aquí con mi pareja.
Speaker:Ik ben hier alleen.
Speaker:Estoy aquí solo.
Speaker:Ik zoek hier werk.
Speaker:Estoy buscando trabajo aquí.
Speaker:Hoe kan ik u van dienst zijn?
Speaker:¿Cómo puedo ser de servicio?
Speaker:Kun je een goed boek over Spanje aanbevelen?
Speaker:¿Puedes recomendar algún buen libro sobre España?
Speaker:Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Gelukkige interacties.