Speaker:

Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.

Speaker:

Ik heb een vraag.

Speaker:

Ich habe eine Frage.

Speaker:

Heb je een ogenblik?

Speaker:

Hast du einen Moment?

Speaker:

Hoe noem je dit?

Speaker:

Wie nennst du das?

Speaker:

Ik weet niet hoe ik het moet zeggen.

Speaker:

Ich weiß nicht, wie ich es sagen soll.

Speaker:

Ik weet niet hoe het heet.

Speaker:

Ich weiß nicht, wie es heißt.

Speaker:

Ik waardeer je geduld.

Speaker:

Vielen Dank für Ihre Geduld.

Speaker:

Bedankt voor de hulp!

Speaker:

Danke für die Hilfe!

Speaker:

Ik ben hier voor zaken.

Speaker:

Ich bin geschäftlich hier.

Speaker:

Ik ben hier op vakantie.

Speaker:

Ich bin hier im Urlaub.

Speaker:

Ik reis voor de lol.

Speaker:

Ich reise zum Spaß.

Speaker:

Ik ben hier met mijn vriend.

Speaker:

Ich bin hier mit meinem Freund.

Speaker:

Ik ben hier met mijn partner.

Speaker:

Ich bin mit meinem Partner hier.

Speaker:

Ik ben hier alleen.

Speaker:

Ich bin alleine hier.

Speaker:

Ik zoek hier werk.

Speaker:

Ich suche hier Arbeit.

Speaker:

Hoe kan ik u van dienst zijn?

Speaker:

Wie kann ich behilflich sein?

Speaker:

Kun je een goed boek over Duitsland aanbevelen?

Speaker:

Können Sie ein gutes Buch über Deutschland empfehlen?

Speaker:

Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Gelukkige interacties.