Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.
Speaker:Ik ben verdwaald.
Speaker:Estoy perdido.
Speaker:Welke straat is dit?
Speaker:¿Qué calle es esta?
Speaker:Welke buurt is dit?
Speaker:¿Qué barrio es este?
Speaker:Hoe ver is Madrid hiervandaan?
Speaker:¿A qué distancia está Madrid de aquí?
Speaker:Hoe kom ik in Madrid?
Speaker:¿Cómo llego a Madrid?
Speaker:Kan ik er met de bus komen?
Speaker:¿Puedo llegar en autobús?
Speaker:Kun je een goed hostel aanbevelen?
Speaker:¿Me puede recomendar un buen albergue?
Speaker:Kun je een goed koffiehuis aanbevelen?
Speaker:¿Me puede recomendar una buena cafetería?
Speaker:Kunt u een goed strand aanbevelen?
Speaker:¿Me puede recomendar una buena playa?
Speaker:Zijn er hier in de buurt musea?
Speaker:¿Hay algún museo por aquí?
Speaker:Wat is je favoriete plek om hier rond te hangen?
Speaker:¿Cuál es tu lugar favorito para pasar el rato por aquí?
Speaker:Kun je me op de kaart laten zien?
Speaker:¿Me puede mostrar en el mapa?
Speaker:Waar kan ik een geldautomaat vinden?
Speaker:¿Dónde puedo encontrar un cajero automático?
Speaker:Waar is de dichtstbijzijnde supermarkt?
Speaker:¿Dónde está el supermercado más cercano?
Speaker:Waar is het dichtstbijzijnde ziekenhuis?
Speaker:¿Dónde está el hospital más cercano?
Speaker:Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Veel plezier met verkennen.