Speaker:

Écoutez chaque phrase et répétez-la à voix haute.

Speaker:

J'ai une question.

Speaker:

Ik heb een vraag.

Speaker:

As-tu un instant?

Speaker:

Heb je een ogenblik?

Speaker:

Comment appelles-tu ceci?

Speaker:

Hoe noem je dit?

Speaker:

Je ne sais pas comment le dire.

Speaker:

Ik weet niet hoe ik het moet zeggen.

Speaker:

Je ne sais pas comment ça s'appelle.

Speaker:

Ik weet niet hoe het heet.

Speaker:

J'apprécie ta patience.

Speaker:

Ik waardeer je geduld.

Speaker:

Merci pour l'aide!

Speaker:

Bedankt voor de hulp!

Speaker:

Je suis ici pour affaires.

Speaker:

Ik ben hier voor zaken.

Speaker:

Je suis ici en vacances.

Speaker:

Ik ben hier op vakantie.

Speaker:

Je voyage pour le plaisir.

Speaker:

Ik reis voor de lol.

Speaker:

Je suis ici avec mon ami.

Speaker:

Ik ben hier met mijn vriend.

Speaker:

Je suis ici avec mon partenaire.

Speaker:

Ik ben hier met mijn partner.

Speaker:

Je suis ici seul.

Speaker:

Ik ben hier alleen.

Speaker:

Je cherche du travail ici.

Speaker:

Ik zoek hier werk.

Speaker:

Comment puis-je rendre service ?

Speaker:

Hoe kan ik u van dienst zijn?

Speaker:

Pouvez-vous me recommander un bon livre sur les Pays-Bas ?

Speaker:

Kun je een goed boek over Nederland aanbevelen?

Speaker:

Super! Pensez à écouter cet épisode plusieurs fois pour améliorer la mémorisation ! Des interactions heureuses.