Speaker:

הקשיבו לכל ביטוי וחזרו עליו בקול רם.

Speaker:

אני מצטער, לא קלטתי את שמך.

Speaker:

Het spijt me, ik heb je naam niet verstaan.

Speaker:

מאיפה אתה?

Speaker:

Waar kom je vandaan?

Speaker:

אני מישראל.

Speaker:

Ik kom uit Israël.

Speaker:

זו הפעם הראשונה שלי בהולנד.

Speaker:

Dit is mijn eerste keer in Nederland.

Speaker:

בן כמה אתה?

Speaker:

Hoe oud ben je?

Speaker:

אני בן 25.

Speaker:

Ik ben 25 jaar oud.

Speaker:

האם יש לך אחים ואחיות?

Speaker:

Heb je broers of zussen?

Speaker:

יש לי 2 אחים ואחות אחת.

Speaker:

Ik heb 2 broers en 1 zus.

Speaker:

אין לי אחים.

Speaker:

Ik heb geen broers en zussen.

Speaker:

אני משקר לפעמים.

Speaker:

Ik lieg soms.

Speaker:

לאן אנחנו הולכים?

Speaker:

Waar gaan we naartoe?

Speaker:

איפה את גר?

Speaker:

Waar woon je?

Speaker:

כמה זמן חיית פה?

Speaker:

Hoe lang heb je hier gewoond?

Speaker:

במה אתה עובד?

Speaker:

Wat doe je voor werk?

Speaker:

האם אתה עושה ספורט?

Speaker:

Doe jij aan een sport?

Speaker:

אני אוהב לשחק כדורגל, אבל לא בקבוצה.

Speaker:

Ik hou van voetballen, maar niet in een team.

Speaker:

מה התחביבים שלך?

Speaker:

Wat zijn je hobbies?

Speaker:

אתה יכול ללמד אותי איך לעשות את זה?

Speaker:

Kun je mij leren hoe ik dat moet doen?

Speaker:

ממה אתה מתרגש בימים אלה?

Speaker:

Waar ben jij enthousiast over deze dagen?

Speaker:

מה הפרויקטים שלך?

Speaker:

Wat zijn jouw projecten?

Speaker:

מאיזה סוג מוזיקה נהנית לאחרונה?

Speaker:

Van welk soort muziek heb je de laatste tijd genoten?

Speaker:

אתה עוקב אחר תוכנית טלוויזיה כלשהי?

Speaker:

Volg jij een tv-programma?

Speaker:

ראית סרטים טובים לאחרונה?

Speaker:

Heb jij de laatste tijd nog goede films gezien?

Speaker:

מה העונה האהובה עליך?

Speaker:

Wat is je favoriete seizoen?

Speaker:

מהם המאכלים האהובים עליך?

Speaker:

Wat zijn je favoriete gerechten?

Speaker:

כמה זמן אתה לומד עברית?

Speaker:

Hoe lang leer je al Hebreeuws?

Speaker:

מה כתובת הדוא"ל שלך?

Speaker:

wat is jouw email adres?

Speaker:

אפשר את מספר הטלפון שלך?

Speaker:

Mag ik uw telefoonnummer?

Speaker:

האם תרצה לאכול איתי ארוחת ערב הלילה?

Speaker:

Wil je vanavond met mij uit eten?

Speaker:

אני עסוק הערב, מה דעתך על סוף השבוע הזה?

Speaker:

Ik heb het druk vanavond, wat dacht je van dit weekend?

Speaker:

האם תצטרף אלי לארוחת ערב ביום שישי?

Speaker:

Kom je vrijdag bij mij eten?

Speaker:

אני עסוק אז. מה דעתך על שבת במקום?

Speaker:

Ik ben dan bezig. Wat dacht je van zaterdag?

Speaker:

יום שבת עובד בשבילי. זו תוכנית!

Speaker:

Zaterdag werkt voor mij. Het is een plan!

Speaker:

אני מאחר, אני אהיה שם בקרוב!

Speaker:

Ik ben te laat, ik ben er snel!

Speaker:

אתה תמיד מאיר לי את היום.

Speaker:

Jij vrolijkt altijd mijn dag op.

Speaker:

גדול! זכור להאזין לפרק זה מספר פעמים כדי לשפר את השמירה! קשרים שמחים.