Allons-y!
Speaker:Où puis-je trouver des taxis ?
Speaker:Waar kan ik taxi's vinden?
Speaker:Êtes vous disponible?
Speaker:Ben je beschikbaar?
Speaker:Pouvez-vous m'emmener à cette adresse ?
Speaker:Kunt u mij naar dit adres brengen?
Speaker:C'est ma première visite.
Speaker:Dit is mijn eerste bezoek.
Speaker:Je suis ici en vacances.
Speaker:Ik ben hier op vakantie.
Speaker:J'ai toujours voulu venir ici.
Speaker:Ik heb hier altijd al willen komen.
Speaker:J'ai tellement hâte de découvrir la culture.
Speaker:Ik ben zo opgewonden om de cultuur te leren kennen.
Speaker:J'ai pratiqué la langue autant que possible !
Speaker:Ik heb de taal zoveel mogelijk geoefend!
Speaker:J'ai beaucoup appris en écoutant un podcast.
Speaker:Ik heb veel geleerd door naar een podcast te luisteren.
Speaker:Je peux comprendre suffisamment pour me déplacer, j'espère.
Speaker:Ik begrijp genoeg om rond te komen, hoop ik.
Speaker:Nous le saurons bientôt !
Speaker:We zullen het snel ontdekken!
Speaker:Jusqu'à présent, je pense que c'est encore plus beau en vrai !
Speaker:Tot nu toe vind ik het persoonlijk nog mooier!
Speaker:Je n'ai que trois jours dans cette ville.
Speaker:Ik heb maar drie dagen in deze stad.
Speaker:Je serai aux Pays-Bas pendant deux semaines au total.
Speaker:Ik ben in totaal twee weken in Nederland.
Speaker:Je voyage seul pour l'instant.
Speaker:Ik reis voorlopig alleen.
Speaker:Mon partenaire me retrouve dans une autre ville.
Speaker:Mijn partner ontmoet mij in een andere stad.
Speaker:Quelles activités me conseillez-vous si je ne passe que quelques jours ici ?
Speaker:Welke activiteiten raad je aan als ik hier maar een paar dagen ben?
Speaker:Existe-t-il un restaurant qui sert une excellente cuisine locale ?
Speaker:Is er een restaurant dat heerlijke lokale gerechten serveert?
Speaker:Merci beaucoup pour l'information! C'est super utile !
Speaker:Heel erg bedankt voor de informatie! Dat is superhandig!
Speaker:Pouvez-vous m'aider avec mes bagages ?
Speaker:Kunt u mij helpen met mijn bagage?
Speaker:Veuillez conserver la monnaie.
Speaker:Bewaar het wisselgeld.
Speaker:Ravi de vous rencontrer!
Speaker:Leuk je te ontmoeten!