Laten we gaan!
Speaker:Is er hier ergens in de buurt een hostel?
Speaker:C'è un ostello da qualche parte qui vicino?
Speaker:We hebben een plek nodig om één nacht te blijven.
Speaker:Ci serve un posto dove stare per una notte.
Speaker:We willen graag een kamer voor twee weken boeken.
Speaker:Vorremmo prenotare una stanza per due settimane.
Speaker:Hoe komen we bij onze kamer?
Speaker:Come arriviamo alla nostra stanza?
Speaker:Biedt u een gratis ontbijt aan?
Speaker:Offri la colazione gratuita?
Speaker:Is hier een zwembad?
Speaker:C'è una piscina qui?
Speaker:Biedt u roomservice aan?
Speaker:Offri il servizio in camera?
Speaker:Mogen we het roomservicemenu zien?
Speaker:Possiamo vedere il menu del servizio in camera?
Speaker:Kun je dit naar onze kamer brengen?
Speaker:Puoi addebitarlo sulla nostra stanza?
Speaker:Ik ben mijn tandenborstel vergeten. Heeft u er één beschikbaar?
Speaker:Ho dimenticato lo spazzolino da denti. Ne hai uno disponibile?
Speaker:We hoeven onze kamer vandaag niet schoon te maken.
Speaker:Non abbiamo bisogno che la nostra stanza venga pulita oggi.
Speaker:Ik ben mijn kamersleutel kwijt, heeft u er nog een?
Speaker:Ho perso la chiave della mia camera, ne hai un'altra?
Speaker:Wat is de uitchecktijd in de ochtend?
Speaker:Qual è l'orario del check-out al mattino?
Speaker:We zijn klaar om uit te checken.
Speaker:Siamo pronti per il check-out.
Speaker:Is er een shuttle van hier naar het vliegveld?
Speaker:C'è una navetta da qui all'aeroporto?
Speaker:Kan ik een ontvangstbewijs per e-mail ontvangen?
Speaker:Posso ricevere una ricevuta via email?
Speaker:We hebben genoten van ons bezoek. Wij laten een goede recensie achter!
Speaker:Abbiamo apprezzato la nostra visita. Ti lasceremo una buona recensione!