Welkom op de aarde! Laten we gaan!
Speaker:Je bent een mens.
Speaker:Tú eres un ser humano.
Speaker:Je hebt één mensenleven.
Speaker:Tienes una vida humana.
Speaker:Wat wil je bereiken?
Speaker:¿Qué quieres lograr?
Speaker:Eén leven is genoeg om positieve veranderingen in de wereld aan te brengen.
Speaker:Una vida es suficiente para hacer cambios positivos en el mundo.
Speaker:De meeste mensen dragen veel meer bij dan ze nemen.
Speaker:La mayoría de los humanos aportan mucho más de lo que toman.
Speaker:Besef dat je als mens het vermogen tot kwaad in je hebt.
Speaker:Date cuenta de que como ser humano tienes la capacidad para el mal en ti.
Speaker:Kies er alsjeblieft voor om goed te doen.
Speaker:Por favor elige hacer el bien.
Speaker:Glimlach naar mensen. Glimlach is gratis.
Speaker:Sonríe a la gente. Las sonrisas son gratis.
Speaker:Wees een goed voorbeeld voor jongeren.
Speaker:Servir como un buen ejemplo para los jóvenes.
Speaker:Help jongeren als ze dat nodig hebben.
Speaker:Ayuda a los más jóvenes, si lo necesitan.
Speaker:Help ouderen als ze dat nodig hebben.
Speaker:Ayuda a las personas mayores, si lo necesitan.
Speaker:Iemand van jouw leeftijd is de concurrentie. Vernietig ze.
Speaker:Alguien de tu edad es la competencia. Destruyelos.
Speaker:Wees dom. De wereld heeft meer dwaasheid nodig.
Speaker:Se tonto. El mundo necesita más tontos.
Speaker:Leer uw woorden zorgvuldig te gebruiken.
Speaker:Aprende a usar tus palabras con cuidado.
Speaker:Leer je lichaam zorgvuldig te gebruiken.
Speaker:Aprende a usar tu cuerpo con cuidado.
Speaker:Leer je geest te gebruiken.
Speaker:Aprende a usar tu mente.
Speaker:Leer plannen maken.
Speaker:Aprende a hacer planes.
Speaker:Wees de baas over je eigen tijd.
Speaker:Sea el dueño de su propio tiempo.
Speaker:We kijken er allemaal naar uit om te zien wat je bereikt!
Speaker:¡Todos esperamos ver lo que logras!