Speaker:

Laten we gaan!

Speaker:

Toegang voor één volwassene, alstublieft.

Speaker:

Eintritt bitte für einen Erwachsenen.

Speaker:

Welke uren zijn jullie vandaag open?

Speaker:

Zu welchen Zeiten haben Sie heute geöffnet?

Speaker:

Zijn er momenteel speciale tentoonstellingen te zien?

Speaker:

Gibt es derzeit besondere Ausstellungen zu sehen?

Speaker:

Heeft u een plattegrond van het museum?

Speaker:

Haben Sie einen Plan des Museums?

Speaker:

Zijn er rondleidingen beschikbaar?

Speaker:

Gibt es Führungen?

Speaker:

Hoe laat vinden de rondleidingen plaats?

Speaker:

Um wie viel Uhr finden die Touren statt?

Speaker:

Hoe lang duurt elke tour?

Speaker:

Wie lange dauert jede Tour?

Speaker:

Zijn er extra kosten verbonden aan het volgen van de rondleiding?

Speaker:

Gibt es für die Tour einen Aufpreis?

Speaker:

Kan ik mijn drankje meenemen naar binnen?

Speaker:

Kann ich mein Getränk hineinbringen?

Speaker:

Is hier een café of restaurant?

Speaker:

Gibt es hier ein Café oder Restaurant?

Speaker:

Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de geschiedenis van dit gebied.

Speaker:

Ich habe mich schon immer für die Geschichte dieser Gegend interessiert.

Speaker:

Ik vind dit bord een beetje verwarrend.

Speaker:

Ich finde dieses Zeichen etwas verwirrend.

Speaker:

Kun je uitleggen waarom de mensen van die tijd dit deden?

Speaker:

Können Sie erklären, warum die Menschen dieser Zeit dies taten?

Speaker:

Waar kan ik meer informatie vinden over dit onderwerp?

Speaker:

Wo finde ich weitere Informationen zu diesem Thema?

Speaker:

Is er een toilet in de buurt?

Speaker:

Gibt es eine Toilette in der Nähe?

Speaker:

Ik ben verdwaald! Hoe kom ik vanaf hier in dit gebied?

Speaker:

Ich bin verloren! Wie komme ich von hier aus in diese Gegend?

Speaker:

Is er een cadeauwinkel?

Speaker:

Gibt es einen Geschenkeladen?

Speaker:

Ik wil een souvenir kopen om deze ervaring te herinneren.

Speaker:

Ich möchte ein Souvenir kaufen, um mich an dieses Erlebnis zu erinnern.

Speaker:

Ik hou van de architectuur van dit gebouw.

Speaker:

Ich liebe die Architektur dieses Gebäudes.

Speaker:

Wat een prachtig museum!

Speaker:

Was für ein wunderschönes Museum!

Speaker:

Ik heb erg genoten van mijn bezoek.

Speaker:

Ich habe meinen Besuch sehr genossen.