Laten we gaan!
Speaker:Ik wil graag een latte.
Speaker:Ich hätte gerne einen Latte.
Speaker:Kun je een latte maken met ijs?
Speaker:Kann man einen Latte mit Eis machen?
Speaker:Hoeveel espressoshots heeft dat?
Speaker:Wie viele Espresso-Shots hat das?
Speaker:Heeft u cafeïnevrije koffie?
Speaker:Haben Sie entkoffeinierten Kaffee?
Speaker:Is het mogelijk dat je het half cafeïne en half cafeïnevrij kunt maken?
Speaker:Ist es möglich, dass man es halb koffeinhaltig und halb entkoffeiniert zubereiten kann?
Speaker:Kan ik contant betalen?
Speaker:Kann ich mit Bargeld bezahlen?
Speaker:Oeps! Ik dacht dat ik meer geld had. Accepteert u Credit cards?
Speaker:Hoppla! Ich dachte, ich hätte mehr Geld. Akzeptieren Sie Kreditkarten?
Speaker:Is er een plek waar ik mijn telefoon kan opladen?
Speaker:Gibt es einen Ort, an dem ich mein Telefon aufladen kann?
Speaker:Wat is hier het wifi-wachtwoord?
Speaker:Wie lautet hier das WLAN-Passwort?
Speaker:Ik wil graag een kalkoenpanini en wat friet bestellen.
Speaker:Ich möchte ein Truthahn-Panini und ein paar Pommes bestellen.
Speaker:De koffie is geweldig, heel erg bedankt dat je dat voor mij doet.
Speaker:Der Kaffee ist großartig, vielen Dank, dass Sie das für mich getan haben.
Speaker:Ik wacht op iemand, een lange, knappe man met zwart haar.
Speaker:Ich warte auf jemanden, einen großen, gutaussehenden Mann mit schwarzen Haaren.
Speaker:Als hij binnenkomt, kun je hem dan vertellen waar ik zit?
Speaker:Wenn er hereinkommt, könnten Sie ihm sagen, wo ich sitze?
Speaker:Vandaag hebben we een werkoverleg.
Speaker:Wir haben heute ein Arbeitstreffen.
Speaker:Deze plek is perfect voor co-working.
Speaker:Dieser Ort ist perfekt für Co-Working.
Speaker:Heel erg bedankt, we zien je waarschijnlijk morgen weer!
Speaker:Vielen Dank, wir sehen uns wahrscheinlich morgen wieder!