Speaker:

Laten we gaan!

Speaker:

Vertel mij eens iets over jezelf.

Speaker:

Pověz mi o sobě.

Speaker:

Ik beschouw het leven als mijn speelgoedwinkel.

Speaker:

Beru život jako své hračkářství.

Speaker:

Het is beter om toestemming te vragen dan om vergeving.

Speaker:

Je lepší požádat o svolení než o odpuštění.

Speaker:

Alleen door fouten leren we.

Speaker:

Pouze chybou se učíme.

Speaker:

En door observatie. Fout en observatie. Observeer meer!

Speaker:

A pozorováním. Chyba a pozorování. Více pozorujte!

Speaker:

Nu kan ik alleen maar om vergeving vragen.

Speaker:

Teď mohu jen požádat o odpuštění.

Speaker:

Hoe we over iets denken, wordt vaak bepaald door het verhaal dat we onszelf erover vertellen.

Speaker:

To, jak se k něčemu cítíme, je často určeno příběhem, který si o tom vyprávíme.

Speaker:

Het verhaal dat mensen ons over zichzelf vertellen, vertelt ons weinig over wie ze zijn, en veel over wie ze ons willen laten geloven dat ze zijn.

Speaker:

Příběh, který nám o sobě lidé vyprávějí, nám říká málo o tom, kým jsou, a hodně o tom, kdo chtějí, abychom jim věřili.

Speaker:

Het vermogen om bevrediging uit te stellen is een voorspeller van succes in het leven.

Speaker:

Schopnost oddálit uspokojení je prediktorem úspěchu v životě.

Speaker:

Ik laat de laatste hap van iets lekkers achter om de toekomstige ik van de huidige ik te laten houden.

Speaker:

Nechám poslední sousto něčeho chutného, ​​aby budoucnost-já miluji současné-mě.

Speaker:

Uitgestelde bevrediging in het uiterste geval is geen bevrediging.

Speaker:

Extrémní opožděné uspokojení není žádné uspokojení.

Speaker:

Als je niet blij kunt zijn met een kopje koffie, dan kun je ook niet blij zijn met een jacht.

Speaker:

Když nemůžete být spokojeni s kávou, nemůžete být spokojeni s jachtou.

Speaker:

De eerste regel om het spel te winnen is om te stoppen met het verplaatsen van de doelpalen

Speaker:

Prvním pravidlem vítězství ve hře je přestat pohybovat brankami

Speaker:

Alles moet zo eenvoudig mogelijk worden gemaakt, maar niet eenvoudiger.

Speaker:

Vše by mělo být co nejjednodušší, ale ne jednodušší.

Speaker:

Ik heb liever vragen die niet beantwoord kunnen worden, dan antwoorden die niet in twijfel getrokken kunnen worden.

Speaker:

Raději budu mít otázky, na které nelze odpovědět, než odpovědi, které nelze zpochybnit.

Speaker:

Mijn geest bestaat uit een olifant en een ruiter.

Speaker:

Moje mysl se skládá ze slona a jezdce.

Speaker:

Alleen door dingen te doen waar de olifant een hekel aan heeft, weet ik of de berijder de controle heeft.

Speaker:

Pouze tím, že budu dělat věci, které slon nemá rád, poznám, jestli má jezdec kontrolu.

Speaker:

Ik beëindig elke warme douche met 1 minuut koud water.

Speaker:

Každou horkou sprchu končím 1 minutou studené vody.

Speaker:

De olifant wil het nooit doen, de berijder doet het altijd.

Speaker:

Slon to nechce dělat nikdy, jezdec to dělá vždycky.

Speaker:

Discipline is de daad waarmee je aan jezelf bewijst dat je op jezelf kunt vertrouwen.

Speaker:

Disciplína je akt, kterým si dokazujete, že si můžete věřit.

Speaker:

Discipline is vrijheid.

Speaker:

Disciplína je svoboda.

Speaker:

Discipline moet worden beoefend, op kleine en grote manieren.

Speaker:

Disciplína se musí cvičit, v malých i velkých věcech.

Speaker:

Eigenwaarde is een berg gemaakt van verflagen.

Speaker:

Sebevědomí je hora tvořená vrstvami barev.

Speaker:

Niet alles hoeft zo ernstig te zijn.

Speaker:

Ne všechno musí být tak vážné.

Speaker:

Als jij het plezier brengt, waardeert de wereld het.

Speaker:

Když přinášíte zábavu, svět to ocení.

Speaker:

Heb je er ooit aan gedacht hoe eng de oceaan zou zijn als vissen konden schreeuwen?

Speaker:

Přemýšleli jste někdy o tom, jak děsivý by byl oceán, kdyby ryby mohly křičet?