Speaker:

Allons-y!

Speaker:

Je cherche une robe à porter pour une fête.

Speaker:

Ik ben op zoek naar een jurkje om naar een feestje te dragen.

Speaker:

J'ai besoin de quelque chose d'un peu sophistiqué.

Speaker:

Ik heb iets bijzonders nodig.

Speaker:

Je vais à un dîner avec les collègues de travail de ma sœur.

Speaker:

Ik ga naar een etentje met de collega's van mijn zus.

Speaker:

C'est un événement important et tout le monde sera habillé.

Speaker:

Het is een belangrijke gebeurtenis en iedereen zal verkleed zijn.

Speaker:

Il y a un gars mignon qui travaille avec elle et il sera là.

Speaker:

Er is een leuke jongen die met haar samenwerkt en hij zal daar zijn.

Speaker:

De quel type de matériau s'agit-il ?

Speaker:

Wat voor soort materiaal is dit?

Speaker:

J'aime la façon dont il me va, mais je ne pense pas que la couleur me convienne.

Speaker:

Ik vind de pasvorm leuk, maar ik denk niet dat de kleur bij mij past.

Speaker:

Avez-vous ce noir en taille plus petite ?

Speaker:

Heb je deze zwarte in een kleiner formaat?

Speaker:

J'aurais juste aimé qu'il y ait une fermeture éclair au lieu de boutons.

Speaker:

Ik zou alleen willen dat er een ritssluiting in plaats van knopen zat.

Speaker:

Connaissez-vous un bon tailleur ?

Speaker:

Kent u een goede kleermaker?

Speaker:

D'accord, je pense que je vais acheter celui-ci.

Speaker:

Oké, ik denk dat ik deze ga kopen.

Speaker:

Maintenant, je dois trouver des chaussures et un sac à main assortis.

Speaker:

Nu moet ik schoenen en een bijpassende tas vinden.

Speaker:

Je pense que ces talons noirs vont mieux avec la robe.

Speaker:

Ik denk dat die zwarte hakken het beste bij de jurk passen.

Speaker:

Ce petit sac à main est parfait.

Speaker:

Dit kleine portemonneetje is perfect.

Speaker:

Il est petit, donc je peux le porter toute la soirée sans me faire mal à l'épaule.

Speaker:

Hij is klein, dus ik kan hem de hele avond dragen zonder dat mijn schouder pijn doet.

Speaker:

Je devrais acheter des accessoires pendant que je suis là.

Speaker:

Ik zou wat accessoires moeten kopen terwijl ik hier ben.

Speaker:

J'aime ces jolies boucles d'oreilles en perles. Y a-t-il un collier assorti ?

Speaker:

Ik vind deze mooie pareloorbellen leuk. Is er een bijpassende ketting?

Speaker:

Voici un magnifique bracelet qui ira bien avec la tenue.

Speaker:

Hier is een mooie armband die goed bij de outfit zal passen.

Speaker:

OK, prêt à vérifier. J'ai peur d'entendre le grand total !

Speaker:

Oké, klaar om uit te checken. Ik ben bang om het eindtotaal te horen!

Speaker:

Je suis heureux d'avoir trouvé tout ce dont j'avais besoin dans un seul magasin.

Speaker:

Ik ben blij dat ik alles wat ik nodig heb in één winkel heb gevonden.

Speaker:

Il ne me reste plus qu'à trouver quoi faire de mes cheveux !

Speaker:

Nu moet ik alleen nog bedenken wat ik met mijn haar moet doen!

Speaker:

Bonne socialisation.