Speaker:

Wat doe je voor werk?

Speaker:

Che lavoro fai?

Speaker:

Hoe ziet jouw typische werkdag eruit?

Speaker:

Com'è la tua tipica giornata di lavoro?

Speaker:

Als geld geen probleem zou zijn, wat zou je dan doen?

Speaker:

Se i soldi non fossero un problema cosa faresti?

Speaker:

Wat doe je graag in je vrije tijd?

Speaker:

Cosa ti piace fare nel tempo libero?

Speaker:

Heeft u kinderen?

Speaker:

Hai qualche bambino?

Speaker:

Kom je hier vandaan?

Speaker:

Sei di qui?

Speaker:

Waar ben je opgegroeid?

Speaker:

Dove sei cresciuto?

Speaker:

Waar woonde u hiervoor?

Speaker:

Dove vivevi prima di questo?

Speaker:

Wat is de volgende reis die je gepland hebt?

Speaker:

Qual è il prossimo viaggio che hai programmato?

Speaker:

Als je gratis ergens naartoe zou kunnen vliegen, waar zou je dan heen gaan?

Speaker:

Se potessi volare ovunque gratuitamente, dove andresti?

Speaker:

Ben je ooit in Rome geweest?

Speaker:

Sei mai stato a Roma?

Speaker:

Hebben jullie nog tips voor mijn reis naar Rome?

Speaker:

Hai qualche consiglio per il mio viaggio a Roma?

Speaker:

Lees jij momenteel goede boeken?

Speaker:

Stai leggendo qualche buon libro in questo momento?

Speaker:

Wat is de laatste film waarbij je moest huilen?

Speaker:

Qual è l'ultimo film che ti ha fatto piangere?

Speaker:

Zijn er apps op je telefoon waar je niet zonder kunt?

Speaker:

Ci sono app sul tuo telefono di cui non puoi fare a meno?

Speaker:

Als je de rest van je leven maar één ding zou mogen eten, wat zou dat dan zijn?

Speaker:

Se potessi mangiare solo una cosa per il resto della tua vita, quale sarebbe?

Speaker:

Zijn er voedingsmiddelen die je absoluut niet zou eten?

Speaker:

Ci sono alimenti che non mangeresti assolutamente?

Speaker:

Wat is het beste advies dat je ooit hebt gekregen?

Speaker:

Qual è il miglior consiglio che tu abbia mai ricevuto?

Speaker:

Wat is het meest ongelooflijke dat je ooit is overkomen?

Speaker:

Qual è la cosa più incredibile che ti sia mai capitata?

Speaker:

Wie is de belangrijkste mentor die je hebt gehad?

Speaker:

Chi è il mentore più importante che hai avuto?

Speaker:

Wat is het vreemdste compliment dat je ooit hebt gekregen?

Speaker:

Qual è il complimento più strano che tu abbia mai ricevuto?

Speaker:

Als je een cursus over welk onderwerp dan ook zou mogen geven, wat zou dat dan zijn?

Speaker:

Se potessi tenere un corso universitario su qualsiasi materia, quale sarebbe?

Speaker:

Wat is het meest afwijkende wat je hebt gedaan?

Speaker:

Qual è la cosa più fuori dal comune che hai fatto?

Speaker:

Luister je naar podcasts?

Speaker:

Ascolti qualche podcast?