Speaker:

Laten we gaan!

Speaker:

Waar is het dichtstbijzijnde strand?

Speaker:

Wo ist der nächste Strand?

Speaker:

Kunnen we er vanaf hier naartoe lopen?

Speaker:

Können wir von hier aus dorthin laufen?

Speaker:

Is het een zandstrand of een rotsstrand?

Speaker:

Ist es ein Sandstrand oder ein Felsstrand?

Speaker:

Moeten we slippers of sneakers dragen?

Speaker:

Sollten wir Flip-Flops oder Turnschuhe tragen?

Speaker:

Is het water warm genoeg om in te zwemmen?

Speaker:

Ist das Wasser warm genug zum Schwimmen?

Speaker:

Kunnen we daar een bus of een taxi nemen?

Speaker:

Können wir dorthin einen Bus oder ein Taxi nehmen?

Speaker:

We zijn een beetje verdwaald! We proberen het openbare strand te vinden.

Speaker:

Wir sind ein bisschen verloren! Wir versuchen, den öffentlichen Strand zu finden.

Speaker:

Beveelt u dit strand aan, of is er een beter strand in de buurt?

Speaker:

Empfehlen Sie diesen Strand oder gibt es einen besseren in der Nähe?

Speaker:

Er is een bedrijf dat boottochten aanbiedt.

Speaker:

Es gibt ein Unternehmen, das Bootstouren anbietet.

Speaker:

Bieden ze de mogelijkheid om te gaan duiken of snorkelen?

Speaker:

Bieten sie die Möglichkeit zum Tauchen oder Schnorcheln?

Speaker:

Wij zijn gecertificeerd voor duiken.

Speaker:

Wir sind zum Tauchen zertifiziert.

Speaker:

Gaan mensen surfen op dit strand?

Speaker:

Gehen die Leute an diesem Strand surfen?

Speaker:

Waar kunnen we surfplanken en wetsuits huren?

Speaker:

Wo können wir Surfbretter und Neoprenanzüge mieten?

Speaker:

Zijn er haaien of stekende vissen in het water?

Speaker:

Gibt es Haie oder stechende Fische im Wasser?

Speaker:

Wij willen gewoon in de zon liggen!

Speaker:

Wir wollen einfach nur in der Sonne liegen!

Speaker:

Oh nee, ik heb zand in mijn badpak!

Speaker:

Oh nein, ich habe Sand in meinem Badeanzug!

Speaker:

Verkoopt u koude dranken?

Speaker:

Verkaufen Sie Kaltgetränke?

Speaker:

Kunnen we een paraplu huren? Wij verbranden door de zon!

Speaker:

Können wir einen Regenschirm mieten? Wir bekommen einen Sonnenbrand!

Speaker:

Vind je het erg als we wat van je zonnebrandcrème gebruiken?

Speaker:

Stört es Sie, wenn wir etwas von Ihrem Sonnenschutzmittel verwenden?

Speaker:

Ik hou van dit strand! Heerlijk om af en toe even te ontspannen!

Speaker:

Ich liebe diesen Strand! Es ist so schön, ab und zu zu entspannen!