Allons-y!
Speaker:Allons au magasin de vêtements.
Speaker:Laten we naar de kledingwinkel gaan.
Speaker:Je ne fais que parcourir, merci.
Speaker:Ik ben gewoon aan het browsen, bedankt.
Speaker:Je recherche quelque chose de spécifique.
Speaker:Ik zoek iets specifieks.
Speaker:Avez-vous cette robe dans une taille plus grande ?
Speaker:Heb je deze jurk in een grotere maat?
Speaker:Puis-je essayer cette chemise ?
Speaker:Mag ik dit shirt passen?
Speaker:Existe-t-il d'autres couleurs de ce pantalon disponibles ?
Speaker:Zijn er nog andere kleuren van deze broek beschikbaar?
Speaker:Avez-vous d'autres de ces vestes ?
Speaker:Heeft u nog meer van deze jassen?
Speaker:Ceux-ci ne me conviennent pas.
Speaker:Deze passen mij niet.
Speaker:Vendez-vous des chapeaux ici ?
Speaker:Verkoop je hier hoeden?
Speaker:Y a-t-il un miroir pour que je puisse voir à quoi ça ressemble ?
Speaker:Is er een spiegel zodat ik kan zien hoe het eruit ziet?
Speaker:Qu'en penses-tu? Est-ce trop petit ?
Speaker:Wat denk je? Is het te klein?
Speaker:Je vais à la plage ! Vendez-vous des lunettes de soleil ?
Speaker:Ik ben op weg naar het strand! Verkoopt u zonnebrillen?
Speaker:Combien coûtent ces boucles d'oreilles ?
Speaker:Hoeveel kosten deze oorbellen?
Speaker:Fabriquez-vous ces vêtements vous-même ?
Speaker:Maak jij deze kleding zelf?
Speaker:Je vais prendre deux de ces colliers, s'il vous plaît. L'un est un cadeau !
Speaker:Ik wil twee van deze kettingen meenemen, alsjeblieft. Eén is een geschenk!
Speaker:Pouvez-vous conclure pour moi ?
Speaker:Kunt u dit voor mij afronden?
Speaker:Acceptez-vous les cartes de crédit?
Speaker:Accepteert u Credit cards?
Speaker:Y a-t-il un atelier de retouche à proximité ?
Speaker:Is er een verbouwingswinkel in de buurt?
Speaker:Je reviendrai certainement!
Speaker:Ik kom zeker terug!