Speaker:

בוא נלך!

Speaker:

בוא נתאמן!

Speaker:

Laten we oefenen!

Speaker:

רוצה לשתף שפות?

Speaker:

Wil je talen delen?

Speaker:

בואו לשתות קפה ולחלוק עברית והולנדית!

Speaker:

Laten we koffie drinken en Hebreeuws en Nederlands delen!

Speaker:

האם תרצו לתרגל את השפות שלנו ביחד?

Speaker:

Wilt u samen onze talen oefenen?

Speaker:

בבקשה דבר איתי בהולנדית.

Speaker:

Spreek mij alstublieft in het Nederlands aan.

Speaker:

מה דעתך שתדבר איתי בעברית,

Speaker:

Wat dacht je ervan om in het Hebreeuws tegen mij te praten,

Speaker:

ואני אדבר איתך בהולנדית.

Speaker:

en ik spreek je in het Nederlands te woord.

Speaker:

נתחלף.

Speaker:

We zullen om beurten.

Speaker:

אני אדבר עברית, ואתה מדבר הולנדית.

Speaker:

Ik spreek Hebreeuws, en jij spreekt Nederlands.

Speaker:

נדבר כמה דקות ואז נחליף.

Speaker:

We praten een paar minuten en wisselen dan.

Speaker:

איך הולך?

Speaker:

Hoe gaat het?

Speaker:

ממה אתה מתלהב לאחרונה?

Speaker:

Waar ben jij de laatste tijd enthousiast over?

Speaker:

שיחה נעימה!