Speaker:

Laten we gaan!

Speaker:

Wanneer symboliek de plot verdrinkt.

Speaker:

Když symbolika utopí děj.

Speaker:

Archetypen zijn schurkenstaten geworden.

Speaker:

Archetypy zmizely.

Speaker:

Dialogen uit het dagboek van een filosofiestudent.

Speaker:

Dialogy z deníku studenta filozofie.

Speaker:

Het is een verhalende Möbius-strip; eindeloos verwarrend.

Speaker:

Je to narativní Möbiův pás; nekonečně matoucí.

Speaker:

Uit welke dimensie kwam dit plot?

Speaker:

Z jaké dimenze tato zápletka pochází?

Speaker:

Flashbacks? Ik kan het heden nauwelijks volgen!

Speaker:

Flashbacky? Sotva dokážu sledovat přítomnost!

Speaker:

Een caleidoscoop van stijlfiguren en clichés.

Speaker:

Kaleidoskop tropů a klišé.

Speaker:

Zoveel kogels, zo weinig logica.

Speaker:

Tolik nábojů, tak málo logiky.

Speaker:

Ah, explosies als karakterontwikkeling!

Speaker:

Ach, výbuchy jako vývoj postavy!

Speaker:

Waarom fluisteren ze? Ze hebben zojuist een gebouw opgeblazen!

Speaker:

Proč šeptají? Právě vyhodili do povětří budovu!

Speaker:

Waar vindt deze man al deze helikopters?

Speaker:

Kde ten chlap našel všechny ty vrtulníky?

Speaker:

Ze sloegen de logica recht in het gezicht!

Speaker:

Vrazili logiku přímo do tváře!

Speaker:

Dus we negeren de natuurkunde nu?

Speaker:

Takže teď ignorujeme fyziku?

Speaker:

Dus we zijn nu bevriend met buitenaardse wezens?

Speaker:

Takže teď jsme přátelé s mimozemšťany?

Speaker:

Dus we eindigen er gewoon mee?

Speaker:

Takže tím to končíme?