Laten we met de taxi gaan!
Speaker:Let's go by taxi!
Speaker:Kunt u mij een taxi bellen?
Speaker:Could you call me a taxi?
Speaker:Kunt u alstublieft de meter aanzetten?
Speaker:Could you please turn on the meter?
Speaker:Ik ga naar het stadscentrum.
Speaker:I'm heading to the city center.
Speaker:Hier is het adres. Ken jij het?
Speaker:Here's the address. Do you know it?
Speaker:Vertel me iets over de mensen in de Verenigde Staten.
Speaker:Tell me something about the people of The United States.
Speaker:Waar is hier het beste uitzicht?
Speaker:Where's the best view around here?
Speaker:Wat raad jij aan in deze stad?
Speaker:What do you recommend in this city?
Speaker:Waar is het beste nachtleven hier?
Speaker:Where's the best night life around here?
Speaker:Kun je de muziek zachter zetten?
Speaker:Could you turn down the music?
Speaker:Kun je de muziek harder zetten?
Speaker:Could you turn up the music?
Speaker:Wat voor soort muziek is dit?
Speaker:What kind of music is this?
Speaker:Doe het alsjeblieft een beetje langzamer, ik heb geen haast!
Speaker:Please slow down a little, I'm in no rush!
Speaker:Schiet op alsjeblieft! Ik kom te laat!
Speaker:Please hurry! I'm running late!
Speaker:Daar is het, verderop aan de linkerkant.
Speaker:There it is, ahead on the left.
Speaker:Sla hier rechtsaf. Het is daar.
Speaker:Make a right turn here. It's over there.
Speaker:Het is verderop in het volgende blok.
Speaker:It's up ahead on the next block.
Speaker:Hier is het goed, stop alsjeblieft.
Speaker:Here is good, please pull over.
Speaker:Kun je hier wachten, en ik ben zo terug?
Speaker:Can you wait here, and I'll be right back?