Speaker:

Laten we gaan!

Speaker:

Waar is het dichtstbijzijnde ziekenhuis?

Speaker:

¿Dónde está el hospital más cercano?

Speaker:

Wat is het noodnummer voor dit gebied?

Speaker:

¿Cuál es el número de emergencia de esta zona?

Speaker:

Is daar mobiele telefoonservice?

Speaker:

¿Hay servicio de telefonía celular allí?

Speaker:

Zijn er hier veelvoorkomende natuurrampen?

Speaker:

¿Hay algún desastre natural común por aquí?

Speaker:

Is het hier bosbrandenseizoen?

Speaker:

¿Es temporada de incendios forestales aquí?

Speaker:

Zijn er aardbevingen of tsunami's in dit gebied?

Speaker:

¿Hay terremotos o tsunamis en esta zona?

Speaker:

Waar gaan mensen heen in geval van een tsunami?

Speaker:

¿Adónde va la gente en caso de tsunami?

Speaker:

Zijn er giftige planten of dieren in dit gebied?

Speaker:

¿Hay plantas o animales venenosos en esta zona?

Speaker:

Hoe kunnen we voorkomen dat we ze tegenkomen?

Speaker:

¿Cómo podemos evitar encontrarlos?

Speaker:

Wat moeten we meenemen bij een beet of infectie?

Speaker:

¿Qué debemos llevar en caso de picadura o infección?

Speaker:

Een EHBO-doos is een noodzaak.

Speaker:

Un botiquín de primeros auxilios es una necesidad.

Speaker:

We moeten verband en een schoonmaakmiddel kopen.

Speaker:

Necesitamos comprar vendajes y una solución de limpieza.

Speaker:

Als we in een afgelegen gebied komen, moeten we veel water meenemen.

Speaker:

Necesitamos traer mucha agua si estaremos en un área remota.

Speaker:

Heeft u een manier om water te zuiveren zodat het drinkbaar wordt?

Speaker:

¿Tiene alguna manera de purificar el agua para hacerla potable?

Speaker:

Is er nog iets waar we op moeten letten voordat we gaan?

Speaker:

¿Hay algo más que debamos tener en cuenta antes de irnos?

Speaker:

Het is altijd beter om het zekere voor het onzekere te nemen!

Speaker:

¡Siempre es mejor prevenir que curar!