Speaker:

Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.

Speaker:

Ik ben verdwaald.

Speaker:

Ich bin verloren.

Speaker:

Welke straat is dit?

Speaker:

Welche Straße ist das?

Speaker:

Welke buurt is dit?

Speaker:

Welche Nachbarschaft ist das?

Speaker:

Hoe ver is Berlijn hiervandaan?

Speaker:

Wie weit ist Berlin von hier entfernt?

Speaker:

Hoe kom ik in Berlijn?

Speaker:

Wie komme ich nach Berlin?

Speaker:

Kan ik er met de bus komen?

Speaker:

Kann ich mit dem Bus dorthin gelangen?

Speaker:

Kun je een goed hostel aanbevelen?

Speaker:

Kannst du ein gutes Hostel empfehlen?

Speaker:

Kun je een goed koffiehuis aanbevelen?

Speaker:

Können Sie ein gutes Café empfehlen?

Speaker:

Kunt u een goed strand aanbevelen?

Speaker:

Kannst du einen guten Strand empfehlen?

Speaker:

Zijn er hier in de buurt musea?

Speaker:

Gibt es hier in der Nähe Museen?

Speaker:

Wat is je favoriete plek om hier rond te hangen?

Speaker:

An welchem ​​Ort verweilen Sie hier am liebsten?

Speaker:

Kun je me op de kaart laten zien?

Speaker:

Können Sie mir auf der Karte zeigen?

Speaker:

Waar kan ik een geldautomaat vinden?

Speaker:

Wo finde ich einen Geldautomaten?

Speaker:

Waar is de dichtstbijzijnde supermarkt?

Speaker:

Wo ist der nächste Supermarkt?

Speaker:

Waar is het dichtstbijzijnde ziekenhuis?

Speaker:

Wo ist das nächste Krankenhaus?

Speaker:

Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Veel plezier met verkennen.