Speaker:

Çocukken çok maceracıydım.

Speaker:

Als kind was ik heel avontuurlijk.

Speaker:

Arkadaşlarım ve ben okulu asar ve video atari salonuna giderdik.

Speaker:

Mijn vrienden en ik spijbelden vaak van school en gingen naar de speelhal.

Speaker:

Ehliyetimi aldığımda sahip olduğum özgürlük duygusu eşsizdi.

Speaker:

Het gevoel van vrijheid dat ik had toen ik mijn rijbewijs haalde, was ongeëvenaard.

Speaker:

Okula otobüsle gitmek en kötüsüydü.

Speaker:

Met de bus naar school gaan was het ergste.

Speaker:

Ben okuldayken öğretmenler bize cetvelle vururlardı.

Speaker:

Toen ik op school zat, sloegen de leraren ons met linialen.

Speaker:

Annem ve babam dini inançlarına çok önem verirlerdi.

Speaker:

Mijn ouders waren nadrukkelijk in hun religieuze overtuigingen.

Speaker:

Ailem her yıl bir araya gelirdi.

Speaker:

Mijn familie had vroeger een jaarlijkse reünie.

Speaker:

Çoğu pazar günü nehirde balık tutmaya giderdik.

Speaker:

Meestal gingen we op zondag vissen in de rivier.

Speaker:

Doğum günümde tüm geniş aile üyelerim gelirdi.

Speaker:

Voor mijn verjaardag kwamen al mijn uitgebreide familieleden langs.

Speaker:

Hala çocukluğumun etkisinden kurtuluyorum.

Speaker:

Ik ben nog steeds aan het herstellen van mijn kindertijd.

Speaker:

Üniversitedeyken rock konserlerine gitmeyi severdim.

Speaker:

Toen ik op de universiteit zat, ging ik graag naar rockconcerten.

Speaker:

Yıllar geçtikçe müzik zevkim çok değişti.

Speaker:

Mijn muzieksmaak is door de jaren heen enorm veranderd.

Speaker:

15 farklı ülkeye seyahat ettim.

Speaker:

Ik ben naar 15 verschillende landen gereisd.

Speaker:

Okyanusu ilk gördüğüm anı hala hatırlıyorum.

Speaker:

Ik herinner me nog de eerste keer dat ik de oceaan zag.

Speaker:

Çocukluğuma dair özlediğim bazı özgürlükler var.

Speaker:

Er zijn een aantal vrijheden die ik mis in mijn kindertijd.

Speaker:

Çoğunlukla yetişkin olmayı seviyorum!

Speaker:

Meestal vind ik het gewoon heerlijk om volwassen te zijn!