Speaker:

Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.

Speaker:

Laten we met de trein gaan.

Speaker:

Lass uns mit der Bahn fahren.

Speaker:

Is er een plattegrond van het treinstation beschikbaar?

Speaker:

Gibt es einen Bahnhofsplan?

Speaker:

Waar kan ik het lesrooster/rooster vinden?

Speaker:

Wo finde ich den Stundenplan/Fahrplan?

Speaker:

Hoe lang is de reis naar Berlijn?

Speaker:

Wie lange dauert die Anreise nach Berlin?

Speaker:

Hoe laat vertrekt de volgende trein naar Berlijn?

Speaker:

Wann fährt der nächste Zug nach Berlin?

Speaker:

Hoe vaak rijden de treinen naar Berlijn?

Speaker:

Wie häufig verkehren die Züge nach Berlin?

Speaker:

Treinen vertrekken elk uur.

Speaker:

Die Züge fahren stündlich.

Speaker:

Waar koop ik een kaartje?

Speaker:

Wo kaufe ich ein Ticket?

Speaker:

Hoeveel kost een ticket naar Berlijn?

Speaker:

Wie viel kostet ein Ticket nach Berlin?

Speaker:

Is er korting voor studenten?

Speaker:

Gibt es einen Rabatt für Studenten?

Speaker:

Is er een toilet in de trein?

Speaker:

Gibt es im Zug eine Toilette?

Speaker:

Is er wifi in de trein?

Speaker:

Gibt es WLAN im Zug?

Speaker:

Is er foodservice in de trein?

Speaker:

Gibt es im Zug einen Essensservice?

Speaker:

Kan ik een retourticket kopen?

Speaker:

Kann ich ein Hin- und Rückflugticket kaufen?

Speaker:

Kan ik mijn ticket wijzigen naar een andere dag?

Speaker:

Kann ich mein Ticket auf einen anderen Tag umbuchen?

Speaker:

Kan ik mijn bagage bij mij houden?

Speaker:

Kann ich mein Gepäck bei mir behalten?

Speaker:

Ik wil graag één kaartje naar Berlijn, alstublieft.

Speaker:

Ich hätte gerne ein Ticket nach Berlin, bitte.

Speaker:

Waar vind ik de trein naar Berlijn?

Speaker:

Wo finde ich den Zug nach Berlin?

Speaker:

Is dit de juiste trein naar Berlijn?

Speaker:

Ist das der richtige Zug für Berlin?

Speaker:

Kunt u mij helpen mijn stoel te vinden?

Speaker:

Können Sie mir helfen, meinen Sitzplatz zu finden?

Speaker:

Zijn er tussenstops of transfers op weg naar Berlijn?

Speaker:

Gibt es Zwischenstopps oder Umsteigemöglichkeiten auf dem Weg nach Berlin?

Speaker:

Kunt u mij vertellen wanneer we in Berlijn aankomen?

Speaker:

Würden Sie es mir sagen, wenn wir in Berlin ankommen?

Speaker:

Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Fijne reizen.