Speaker:

Luister naar elke zin en herhaal deze hardop.

Speaker:

Ik heb een dokter nodig.

Speaker:

Ich brauche einen Arzt.

Speaker:

Ik heb een advocaat nodig.

Speaker:

Ich brauche einen Anwalt.

Speaker:

Ik heb een priester nodig.

Speaker:

Ich brauche einen Priester.

Speaker:

Kun je een foto van mij maken?

Speaker:

Kannst du ein Foto von mir machen?

Speaker:

Kunt u een kopie maken van dit document?

Speaker:

Können Sie eine Kopie dieses Dokuments anfertigen?

Speaker:

Kun je mij je telefoonoplader lenen?

Speaker:

Können Sie mir Ihr Telefonladegerät leihen?

Speaker:

Kunt u dit voor mij oplossen?

Speaker:

Können Sie das für mich beheben?

Speaker:

Kunt u een taxi voor mij bellen?

Speaker:

Können Sie mir ein Taxi rufen?

Speaker:

Kunt u mij een handje helpen?

Speaker:

Können Sie mir helfen?

Speaker:

Kun jij de lichten aandoen?

Speaker:

Kannst du das Licht anmachen?

Speaker:

Kun je de lichten uitdoen?

Speaker:

Kannst du das Licht ausschalten?

Speaker:

Kun je mij om 10.00 uur wakker maken?

Speaker:

Kannst du mich um 10 Uhr wecken?

Speaker:

Kunt u mij wat advies geven?

Speaker:

Kannst du mir einen Rat geben?

Speaker:

Heb jij een potlood?

Speaker:

Hast du einen Bleistift?

Speaker:

Mag ik een pen lenen?

Speaker:

Könnte ich mir einen Stift ausleihen?

Speaker:

Kun je het raam openen?

Speaker:

Kannst du das Fenster öffnen?

Speaker:

Kan je het raam dichtdoen?

Speaker:

Kannst Du das Fenster schließen?

Speaker:

Wat is de naam van het wifi-netwerk?

Speaker:

Wie lautet der Name des Wi-Fi-Netzwerks?

Speaker:

Wat is het wifi-wachtwoord?

Speaker:

Wie lautet das WLAN-Passwort?

Speaker:

Geweldig! Vergeet niet om deze aflevering meerdere keren te beluisteren om de retentie te verbeteren! Fijne reizen.