Speaker:

Laten we gaan!

Speaker:

Hoe stiller u wordt, hoe meer u kunt horen.

Speaker:

Čím tišší se stanete, tím více budete schopni slyšet.

Speaker:

Geen gedachten. Geen actie. Geen beweging. Totale stilte.

Speaker:

Žádné myšlenky. Žádná akce. Žádný pohyb. Naprostý klid.

Speaker:

Stop met praten, stop met denken, en er is niets dat je niet zult begrijpen.

Speaker:

Přestaňte mluvit, přestaňte myslet a není nic, čemu byste nerozuměli.

Speaker:

De weg is geen kwestie van weten of niet weten.

Speaker:

Cesta není věcí vědět nebo nevědět.

Speaker:

De weg is een leeg vat dat nooit gevuld wordt.

Speaker:

Cestou je prázdná nádoba, která se nikdy nenaplní.

Speaker:

Hij die weet dat genoeg genoeg is, zal altijd genoeg hebben.

Speaker:

Kdo ví, že dost je dost, bude mít vždy dost.

Speaker:

Je bent hier nu.

Speaker:

Teď jsi tady.

Speaker:

Wees hier nu.

Speaker:

Buďte teď tady.

Speaker:

Zoek niet naar wat je al hebt.

Speaker:

Nehledejte to, co již máte.

Speaker:

Wat nooit verloren is gegaan, kan nooit gevonden worden.

Speaker:

Co nebylo nikdy ztraceno, nelze nikdy najít.

Speaker:

Waar ben ik? Hier. Hoe laat is het? Nu.

Speaker:

Kde jsem? Tady. Kolik je hodin? Nyní.

Speaker:

Om de weg te vinden moet je soms je ogen sluiten en in het donker lopen.

Speaker:

Někdy, abyste našli cestu, musíte zavřít oči a jít ve tmě.

Speaker:

Wanneer u het bericht ontvangt, hangt u de telefoon op.

Speaker:

Jakmile obdržíte zprávu, zavěste telefon.

Speaker:

Prachtig. Luister nog eens als je het ooit vergeet.